Stroom. Een eigenaardig iets. Onmisbaar aan de ene kant: bij een stroomstoring valt het hele leven in duigen. Je hebt stroom nodig om te kunnen eten, kijken, bezigzijn. Stroom maakt een mooi leven mogelijk! Tegelijk: stroom is ook gevaarlijk. Je moet er met beleid mee omgaan. Zonder dat gebeuren er ongelukken…
Gods heiligheid werkt zo’n beetje op dezelfde manier. David doet geloofsbelijdenis, komende zondag: hij wil hét teken van Gods heiligheid, de ark, in het centrum van zijn koninkrijk – Jeruzalem. Het wordt één groot feest, vol juichen, huppelen en dansen voor God. En tegelijk… tegelijk leert David ook de andere kant.
Hoe is het leven na je geloofsbelijdenis? Welkom, zondagmorgen, in een dienst van belijdenis en doop, van een feestelijke liturgie en tegelijk ruimte voor het héle leven. David en de ark (2 Samuel 6).